Jeugdzonde
Over opus één en opus min één
19.03.2009 — 30.05.2009
Met werken van:
Fred Bervoets, Guillaume Bijl, Michaël Borremans, Dirk Braeckman, Ricardo Brey, Liv Bugge, Marie José Burki, Wim Catrysse, Jacques Charlier, Leo Copers, Amédée Cortier, Michael Curran, Anouk De Clercq, Koenraad Dedobbeleer, Jos De Gruyter, Anne Daems, Luc Deleu, Wim Delvoye, Simona Denicolai, Eddy De Vos, Sacha Eckes, Joaquim Pereira Eires, Jan Fabre, Christoph Fink, Michel François, Filip Gilissen, Honoré ∂’O, Gottfried Hundsbichler, Henri Jacobs, Tin Jacobs, Jan Kempenaers, Valentine Kempynck, Suchan Kinoshita, John Körmeling, Jacques Lizène, Bernd Lohaus, Erwan Mahéo, Valérie Mannaerts, Emilio López Menchero, Rufus Michielsen, Johan Muyle, Sophie Nys, Willem Oorebeek, Ria Pacquée, Claudia Plank, Benoit Platéus, Klaus Pobitzer, Hans Werner Poschauko, Ivo Provoost, Roger Raveel, Perry Roberts, Guy Rombouts, Keiko Sato, Elly Strik, Walter Swennen, Christophe Terlinden, Koen Theys, Harald Thys, Ana Torfs, Sven ‘t Jolle, Narcisse Tordoir, Joëlle Tuerlinckx, Mitja Tušek, Luc Tuymans, Gert Verhoeven, Guy Van Bossche, Patrick Van Caeckenbergh, Michael Van den Abeele, Koen van den Broek, Rinus Van der Velde, Dimitri Vangrunderbeek, Jan Van Imschoot, Anne-Mie Van Kerckhoven, Yoann Van Parys, Philippe Van Snick, Loïc Vanderstichelen, Richard Venlet, Benjamin Verdonck, Pieter Vermeersch, Angel Vergara, Henk Visch, Tim Volckaert, Freek Wambacq, Andrew Webb
Concept: Ulrike Lindmayr
Groepstentoonstelling geïnstalleerd door Gert Verhoeven
Discursief randprogramma: Koen Brams en Dirk Pültau
Productie: LLS 387 met medewerking van Etablissement d’en face
Symposium op zaterdag 30 mei, vanaf 15u
15.00 uur: Bart Verschaffel: “Het voorteken (en het oeuvre): enkele cases”
15.30 uur: Dirk Pültau: “Het vroege werk van Amédée Cortier”
16.00 uur: Koen Brams: “Voorstelling van de kunstenaar: het vroege werk van Jan Vercruysse”
16.30 uur: Hans Abbing: “Wel of niet authentiek”
De tentoonstelling “Jeugdzonde. Over opus één en opus min één” is het resultaat van een zoektocht naar het begin van kunstenaarschap, een onderzoek naar de oorsprong van het maken van ‘kunst’.
77 kunstenaars dragen aan de tentoonstelling bij en tonen een werk dat niet tot hun “officiële” oeuvre behoort, een werk dat in hun eigen retrospectieve nooit terecht zou komen. Dit werk begeleiden ze met een tekst, die hun keuze verklaart en/of het verhaal van het werk vertelt.
Sommigen tonen een echte jeugdzonde aan het publiek, anderen een werk dat ze nog altijd op de een of ander manier koesteren omdat ze – tenminste terugblikkend – de kern van hun latere artistieke praktijk erin herkennen. Andere kunstenaars hebben dan weer gekozen voor dat wat we zouden kunnen noemen opus min één, refererend aan de term uit de muziekwereld “WoO” (Werk ohne Opuszahl, oftewel werk zonder catalogusnummer), een werk dat zich dus juist aan de grens van hun “officiële” oeuvre bevindt.
Op welke manier ook de verschillende kunstenaars tot hun keuze voor een bijdrage gekomen zijn, het publiek wordt getuige van een momentopname van het zoeken van een kunstenaar naar zijn eigen vorm en taal. In het verlengde daarvan ligt het vraagstuk van het begin van het kunstenaarschap, een vraagstuk dat de tentoonstelling ten minste wil aanraken en ons ertoe wil aanzetten na te denken over kunstenaar worden of zijn: kan opus min één ons iets vertellen over opus één? Kunnen we de vraagstelling vanuit een strikt chronologisch standpunt benaderen of enkel vanuit een terugkijkend perspectief? Heeft een artistieke praktijk een begin en een einde?
Door een groot aantal kunstenaars te betrekken hopen we een zo breed mogelijke dialoog te kunnen genereren – een dialoog die heel wat standpunten insluit, bijna even verschillend en individueel als deze van de kunstenaars zelf.
De in Brussel gevestigde kunstenaar Gert Verhoeven heeft de tentoonstelling vormgegeven. Hij heeft – in de geest van zijn eigen werk – de bijdragen in een strakke installatie samengebracht en dit niet zonder humor en lucide verwijzingen.
Het discursief randprogramma wordt verzorgd door Dirk Pültau (van de kunstkrant De Witte Raaf) en Koen Brams (directeur Jan van Eyck Academie, Maastricht). Op de laatste dag van de tentoonstelling (30 mei, vanaf 15 uur) organiseren zij een symposium waarin op het begin van het kunstenaarschap kunsthistorisch, filosofisch en sociologisch zal worden gereflecteerd. Verder worden door hun gevoerde diepte-interviews met twee deelnemende kunstenaars gepubliceerd.
Interview met Anouck De Clercq.
Publicatie: De teksten bij de kunstwerken zijn bijna alle door de kunstenaars zelf geschreven en zullen in een kleine publicatie gebundeld worden. Deze publicatie is voor 15 € bij LLS 387 te koop. In De Witte Raaf van juli – augustus 2009 (nr. 140) zijn de interviews van Koen Brams en Dirk Pültau met Wim Delvoye en Anouk De Clercq gepubliceerd, eveneens als het artikel “Kunstenaar zijn is ook een kunst” door Bart Verschaffel. Dit laatste artikel is een weergave van de lezing die hij tijdens het symposium op de slotdag van de tentoonstelling heeft gehouden.
“Jeugdzonde. Over opus één en opus min één” werd in aangepaste vorm, aangevuld met werken van Nederlandse kunstenaars, in Hedah. Centrum voor hedendaagse Kunst te Maastricht van 5 september tot 4 oktober 2009 worden gepresenteerd (hedah.nl)
Bruikleengevers: Christine Adam, Charlie Decordier, Raveel-Museum, Lode Geens, Dirk Vanhecke en Paul Verbeeck
Met ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap.
Met Dank aan alle deelnemende kunstenaars en bruikleengevers en Nadia Bijl, Piet Coessens, Daniel dos Santos, Chris Gillis, Filip Gilissen, Kasper Martens, Françine Moye, Ria Pacquée, Morad Saïdi, Mima Schwahn, Chris Straetling, Lode Geens, Jon Tompson, Sietske Van Aarde, Rinus Van der Velde, Anne-Mie Van Kerckhoven, Adriaan Van Raamdonck, Andrew Webb, Barbara Woutermartens en Etienne Wynants, Bas Bossaerts.