Cadavre Exquis
A figure of painting.
17.03.2013 — 28.04.2013
[NL]
Eén muurschildering gecreëerd door Raymond Barion, Stéphane Calais, Jacques Charlier, Jana Cordenier, Karin Hanssen, Kati Heck, Henri Jacobs, Emilio López-Menchero, Stephanie Maeseele, Helmut Stallaerts, Elly Strik, Walter Swennen, Mitja Tušek, Koen van den Broek, Jan Van Imschoot en Philippe Van Snick.
Tentoonstelling samengesteld door: Ulrike Lindmayr, Mitja Tušek en Jan Van Imschoot
Het voornemen om de schilderkunst binnen de programmatie van LLS 387 meer aandacht te geven, heeft ertoe geleid om samen met de kunstenaars, Mitja Tušek en Jan Van Imschoot, op zoek te gaan naar een niet-gangbaar tentoonstellingsmodel, waar verschillende artistieke benaderingen binnen de hedendaagse schilderkunst op de voorgrond kunnen treden.
Bij de uitwerking hiervan stonden volgende vragen centraal:
Hoe kan in het kader van een groepstentoonstelling een deel van de diversiteit van de getoonde hedendaagse schilderkunst zichzelf overstijgen? Hoe raakt de schilderkunst uit het keurslijf van de klassieke tentoonstellingsmodellen? En hoe kan het project – ondanks de verscheidenheid aan artistieke houdingen en expressies – het gemeenschappelijke, alsook de onderlinge communicatie tussen kunstenaars naar voren brengen?
Het antwoord op al deze vragen lag bij het door de Surrealisten in de jaren 1920 uitgevonden ‘Cadavre exquis’. Deze methode hanteert de techniek van de ‘écriture automatique’ die vertrekt vanuit de idee dat één werk kan worden ontwikkeld door meerdere kunstenaars die voortbouwen op iets wat voorafging, maar voor hen onzichtbaar blijft tot de onthulling van het geheel. De eigenlijke onthulling toont het definitieve en onvoorspelbare resultaat van de samenwerking.
LLS 387 nodigde zestien schilders uit om samen één Cadavre exquis op de muren van de tentoonstellings-ruimte uit te werken: elke kunstenaar kreeg een strook van 2,84m hoog op 1,35m breed ter beschikking om op het voorgaande te reageren. Van het werk van de ‘voorganger’ was slechts 5 tot 10 cm zichtbaar, de enige visuele referentie om op in te haken en de fries verder te zetten. De deelnemende kunstenaars schilderden rechtstreeks op de muren. Het Cadavre exquis werd tijdens de opening onthuld en na afloop van de tentoonstelling overschilderd.
Met Dank aan alle deelnemende kunstenaars, Martin Blank, Guillaume Bijl, Wim Catrysse, Gregory Brems, Beau Delgaye, Andrea Kränzlin, Lee Preedy, Mima Schwahn, Sam Sterckx en Sietske Van Aarde.
Met de steun van de Vlaamse overheid en Duvel Moortgat.
[EN]
A single wall frieze created by Raymond Barion, Stéphane Calais, Jacques Charlier, Jana Cordenier, Karin Hanssen, Kati Heck, Henri Jacobs, Emilio López-Menchero, Stephanie Maeseele, Helmut Stallaerts, Elly Strik, Walter Swennen, Mitja Tušek, Koen van den Broek, Jan Van Imschoot and Philippe Van Snick.
The decision to devote more attention to painting in the LLS 387 programme led gallery director Ulrike Lindmayr, together with artists Mitja Tušek and Jan Van Imschoot, to look for a non-standard exhibition model that would allow different artistic approaches within contemporary painting to be highlighted.
In the course of that search the following key questions arose:
In the context of a group exhibition how might it be possible to show something above and beyond the diversity of the contemporary painting on display? How could the trammels of traditional exhibition models be thrown off? And how, despite the wide variety of artistic attitudes and expressions, could the project highlight both the common and the collective communication between artists?
The answer to these questions was found in the Cadavre exquis, devised by the Surrealists in the 1920s. It employs the écriture automatique technique, which starts from the premise that a single work can be developed by several artists, each building on his predecessor’s contribution, which, however, remains invisible to him until the artwork is complete. Not until its actual unveiling is the final, unpredictable result of the joint endeavour revealed.
LLS 387 invited sixteen artists to create a single Cadavre exquis on the walls of the exhibition space. Each artist had a section of wall 284 cm high and 135 cm wide on which to react to his or her predecessor’s work. No more than 3 cm to 10 cm of that prior work was visible, providing the only visual reference for the artist to pick up on when continuing the frieze. The participating artists painted directly onto the wall. The frieze has been unveiled during the opening and has been painted over after closing the exhibition.
With thanks to the participating artists, Martin Blank, Guillaume Bijl, Wim Catrysse, Gregory Brems, Beau Delgaye, Andrea Kränzlin, Lee Preedy, Mima Schwahn, Sam Sterckx and Sietske Van Aarde.
With the kind support of the Flemish Government and Duvel Moortgat.